De Europese Centrale Bank verhoogt haar rente vandaag opnieuw. Dat is de zevende keer in minder dan een jaar tijd zijn. De verhogingen moeten de inflatie beteugelen, maar doen op steeds meer manieren juist pijn. Sinds vorig jaar hebben we te maken met een zeer hoge inflatie, als gevolg van onder meer dure energie en boodschappen. Om hier wat aan te doen, heeft de ECB haar rentes de laatste tijd flink verhoogd. Rentes op leningen stijgen daardoor mee.
Dit moet ervoor zorgen dat consumenten minder geld uitgeven en bedrijven minder geld lenen om uitbreidingen te financieren. Zo wordt de economie afgeremd, wat prijsverhogingen dempt.
Het probleem is alleen dat het volgens kenners een jaar duurt voordat de inflatie op die verhogingen reageert. In de tussentijd merken we ook steeds meer negatieve gevolgen.
Zo moet het kabinet nu meer rente betalen als het geld wil lenen. Dat is een flinke tegenvaller en betekent dat Den Haag moet bezuinigen. Zo werd vorige week onder meer bekend dat er een streep wordt gehaald door de subsidies voor om- of bijscholing - het zogeheten STAP-budget. Verder gaan de verkeersboetes omhoog.
Door de renteverhogingen van de ECB lopen andere rentes ook op, zoals die voor consumptieve kredieten. Het gaat om leningen voor grote aankopen, zoals een auto of een boot, of de financiering van een verbouwing.
Medio vorig jaar betaalde je nog 3 à 5 procent rente over zo’n lening. Dat is in de tussentijd zo’n 2 procentpunt gestegen. Hierdoor betaal je tot enkele duizenden euro’s meer, afhankelijk van hoeveel je leent.
Ook leningen om een huis te kopen - hypotheken dus - zijn duurder geworden. Verschillende hypotheekrentes stegen vorig jaar van ongeveer 1 procent naar zo’n 4 procent. In de afgelopen twintig jaar is zo’n snelle stijging niet voorgekomen.
Hierdoor kunnen huizenkopers een minder hoge hypotheek krijgen en dus ook minder bieden op een huis. De prijzen van koopwoningen begonnen in de tweede helft van vorig jaar dan ook te zakken en zijn inmiddels 5 procent lager dan op het hoogtepunt in augustus vorig jaar.
Wie tijdelijk een negatief saldo op zijn bankrekening heeft, moet daar bij enkele grote banken extra voor betalen. ING en Rabobank besloten onlangs om het tarief voor ‘rood staan’ te verhogen van 9,9 naar 11,9 procent. Het was dus al duur, maar wordt nog duurder.
Renteverhogingen zijn vaak slecht nieuws voor wie in aandelen belegt. Het is dan interessanter om te beleggen in obligaties, waardoor aandelen minder populair worden. Daarnaast is beleggen met geleend geld minder rendabel, omdat kredietverstrekkers hogere rentes vragen. Je moet dan extra veel rendement halen om nog winst te maken. Dat schrikt velen af.
Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel door de renteverhogingen. Banken belonen je sinds kort weer als je spaart. Lange tijd kreeg je geen of bijna geen rente, of moest je zelfs betalen om je geld bij een bank te stallen. Maar sinds een aantal maanden levert sparen weer wat op, al krijg je bij grote banken nog altijd minder dan 1 procent.